De rookgassen uit de ketel worden gereinigd in de rookgasreiniging installatie (RGR). 

De rookgassen komen na de ketel eerst door een warmtewisselaar, waar de rookgassen worden afgekoeld. 

Hierna volgt direct de quench-koeler. Door middel van het verdampen van ter plaatse ingespoten water wordt de energie uit de rookgassen gehaald en daalt de

temperatuur naar een temperatuur van. ca. 70 ºC. In de 1e wasser worden stof, zware metalen en halogenen (chloriden en fluoriden) afgescheiden.

De rookgassen worden via een druppelafscheider naar de 1e wasser gevoerd. De druppelafscheider zorgt ervoor, dat de meegesleurde zure waswaterdruppels niet meegenomen worden naar de basische 2e wasser.

 In de 2e wasser worden stof, zware metalen en zwaveloxiden geabsorbeerd. Hierna worden de rookgassen opgewarmd voor het injectiepunt van absorbent ten behoeve van het doekenfilter. Het absorbent wordt geïnjecteerd voor de absorptie van PCDD/PCDF’s (dioxines en furanen), zware metalen en voor zover nog aanwezig de chloriden, en zwaveloxiden.

 

De laatste reinigingstap is de DeNOx. Hier wordt de NOx concentratie verlaagd tot onder de grenswaarde voor NOvan 70 mg/Nm3.